"IK WIL ZO GEWOON MOGELIJK DOEN"

Nathalie Van D’Huynslager is 45 en blind. Ze werkt als instructeur sollicitatietraining in een organisatie waar mensen met een beperking loopbaanbegeleiding krijgen. Maar bovenal is ze iemand die heel graag reist. Al ervaart ze reizen op een andere manier dan mensen zonder een beperking, toch weerhoudt dat haar niet om erop uit te trekken.

“Onder meer door mijn job zie ik dat er heel wat mensen zijn die gaandeweg vastlopen in hun beperking. Omdat ze niet meer weten wat ze kunnen, en wat hun vaardigheden en talenten zijn. Dat ligt ook deels aan de maatschappij. Men ziet heel vaak enkel de beperkingen; en dan gaat men er gemakshalve van uit dat die persoon ook helemaal niks meer kan. Ook als mensen van anderen afhankelijk zijn voor bepaalde handelingen, dan oordeelt men algauw dat dat zo is voor alle activiteiten. En dat vind ik heel jammer. Er bestaan dus veel vooroordelen over mensen met een beperking. Deels komt dat omdat mensen zonder beperking ook niet goed weten welke hulpmiddelen er bestaan. Een beetje ‘opvoeding’ is dan soms ook wel op zijn plaats. (glimlacht) Als men onwetend is – en het is echt wel zo dat onbekend onbemind maakt – dan is het ook aan ons, mensen met een beperking, om die ander dan goed te informeren, zonder schroom. Wat bestaat er? Wat kan er? Hoe moet je omgaan met ons? Het is aan ons om dat uit te leggen aan de maatschappij. Ik hoop dan dat die ander aandachtig is, en bereid is om te luisteren. Dat is ook de reden waarom ik graag mijn reiservaringen hier deel.”

"Als men onwetend is – en het is echt wel zo dat onbekend onbemind maakt – dan is het ook aan ons, mensen met een beperking, om die ander dan goed te informeren, zonder schroom."

Geuren en geluiden

“Ik ga zeker twee keer per jaar op reis.  De voorbije jaren heb ik vooral van strandvakanties genoten. Ik ga graag en geregeld naar de Dominicaanse Republiek. Dat komt zo: al ben ik weliswaar blind, toch merk ik nog steeds het verschil tussen licht en donker. In de winter is het hier in België bijna altijd donker, en daardoor verlies ik echt heel veel energie. ‘Ik werk op zonne-energie,’ zeg ik altijd. (lacht) Ik moet mijn batterijen opladen, en dat doe ik liefst in een land waar ik overdonderd word door de zintuigelijke indrukken, van zodra ik uit het vliegtuig stap. Je voelt er meteen de warmte en de vochtige lucht. Daar hou ik enorm van! Net als van lekker eten. Het fruit bijvoorbeeld, die ananassen en mango’s smaken daar helemaal anders dan hier. Als je de merenguemuziek hoort, dan kom je toch meteen in een heel andere sfeer? Geluiden zijn sowieso erg belangrijk voor mij. Net als het ontbreken van geluid. Ik was eens in een natuurpark in Canada, en om vijf uur ’s morgens was het daar oorverdovend stil. Je kunt daar over lezen, maar de ervaring zelf meemaken is overweldigend.”

“Ik vind het beleven van uitersten op reis ook heel fijn. Neem nu de drukte van Hanoi, de hoofdstad van Vietnam. Dat was een gigantisch contrast met de stilte die ik een paar dagen eerder had ervaren, toen ik op het dek van een boot tai chi beoefende. Die kakafonie van de geluiden van auto’s, fietsen, brommers in Hanoi was onvoorstelbaar. Daar kan ik heel erg van genieten. Net als van geuren. Aangename, zoals die van lekkere gerechten, parfums, bloemen enzovoort. Maar net zo goed van de vaak onaangename luchtjes van de straat. Zo voel ik ook wat er om mij heen gebeurt. Wat je vooral niet met mij moet doen, is mij in een bus zetten en mij alles beschrijven. Neen, ik wil veel liever alles zelf ervaren.”

Gewoon doen

“Ik vind dat er nog veel te weinig aanbod is voor individuele reizigers met een beperking. Ik heb ook niet altijd zin om twee weken met een groep blinden en slechtzienden op stap te gaan. Want misschien verschillen die mensen qua persoonlijkheid helemaal van datgene waarnaar ik op zoek ben. Het enige wat ons dan bindt, is dat we blind zijn. Ik ga niet op reis om de hele tijd met mijn beperking geconfronteerd te worden, of erover te praten. Liefst wil ik zo gewoon mogelijk doen. Gewoon reizen, naar interessante bestemmingen! Ik heb wel begeleiding nodig. Ik ga nergens heen zonder een begeleider. En dat maakt, toegegeven, reizen soms wel moeilijk, omdat ik altijd iemand moet vinden die de tijd en de middelen heeft om mee op reis te gaan. Het aanbod van begeleiders is ook klein. Bovendien zijn de voorzieningen voor blinden en slechtzienden meestal enkel in braille. Persoonlijk heb ik daar niets aan, omdat ik pas op latere leeftijd blind ben geworden. Ik zou dus veel liever een auditieve ondersteuning hebben.”

"Liefst wil ik zo gewoon mogelijk doen. Gewoon reizen, naar interessante bestemmingen!"

“In de meeste musea mag of kan je ook weinig zaken aanraken. Goed, er is wel wat verbetering, maar toch… En een laatste zaak waar ik aan denk is de bereikbaarheid met het openbaar vervoer. Ik kan niet met de wagen rijden, en als mijn begeleider dat ook niet kan, zijn er niet zo verschrikkelijk veel alternatieven. Oh ja, ik heb ook een blindengeleidehond. Onlangs was ik op uitstap met het gezin, naar Ieper. Toen we na de Last Post aan de Menenpoort een restaurant wilden binnengaan, mocht mijn hond niet mee. Absurd, want wettelijk gezien mag en moet die hond mee, overal. Dat was niet zo’n aangename ervaring.”

De goede mentaliteit

“Mensen met een beperking moeten vooral durven de stap te zetten om op reis te gaan. Veel mensen hebben schrik. Ik las net over een reis naar India, met tal van bezoeken aan forten en tempels. Vaak gaat men er dan vanuit dat je als blinde daar eigenlijk ‘niets kunt gaan doen’. Maar reizen is toch een heel veelzijdige ervaring? Wat je allemaal kunt voelen, horen, smaken… is onvoorstelbaar. Het is ook niet zo dat omdat je een beperking hebt, alles en iedereen zich maar moet aanpassen. Wij moeten zelf ook flexibel zijn! Met de goeie mentaliteit komen we er wel. Met een beetje steun en hulp ook, dat helpt. Als ik een berg opklauter, dan verwacht ik geen lift. Maar ik reken dan graag wel op wat begrip, omdat het ietsje trager zal gaan… Ik ben nu al aan het dromen over mijn volgende reis. We denken aan Japan. Dat zal pas een cultuurshock worden!” (lacht)